Nieuws uit het tweede

Taal
We werkten rond de tekst van Lente.

De lente
Ik ben jarig in de lente.



We hadden het over de 4 seizoenen. We zochten op in welk seizoen we zelf jarig zijn. Zo verdeelden we ons in 4 groepjes. We probeerden om elk seizoen uit te beelden, zonder woorden. Dan zochten we bij elk seizoen passende woorden. We schreven ons bord helemaal vol. Tijdens het lezen van alle woorden, verbeterden we de schrijffouten en bespraken we de spellingsmoeilijkheden. Bij de winter stonden er veel woorden met -eeuw. We oefenden dit nog eventjes in ons schrift. We hadden het over de regel van halflang (vb. spe - len) . We vonden heel wat woorden op het bord waarbij we deze regel moesten toepassen. Vanaf nu gaan we gericht op zoek naar zulke woorden en zullen we deze regel regelmatig verwoorden.

spe - len       Een lange rode tweeling ee zonder blauw, wordt halflang.

Rekenen
De tijd kwam al een paar keer aan bod in onze ronde. Hoog 'tijd' dus om een stapje verder te gaan met kloklezen. We leerden 'half' kennen. We oefenden met de grote klasklok en daarna individueel op een blad. 

We maakten bewerkingen van het type TE +/- T (vb. 56 + 20). We maakten gebruik van het 100-veld als ondersteuning om tot de oplossing te komen.  
We oefenden verder op de sterrentafel van 5. We deden een tafeltest om na te gaan of iedereen deze tafel vlot kent.

We gingen op zoek naar vlakke figuren in onze klas. Er werd getekend en geknipt. We verdeelden onze figuren in 2 grote groepen: de veelhoeken en de niet-veelhoeken.

We legden getallen tot 100 met getalkaartjes. Steeds eerst de tientallen en dan pas de eenheden. Zo doen we het ook wanneer we de getallen opschrijven.