Taal:
Deze week werkten we met de zin van Lente: Ik ben jarig in de lente. We variƫerden met de zin. Wie was jarig in de zomer, in de herfst,...
We maakten met onze letterdoos woorden die te maken hadden met die seizoenen: zon, warm, ... maar ook koud.
Daar hadden we een probleempje: we kenden de ou nog niet.
En bovendien: je hebt een 'ou' maar ook een 'au'! Zo kwamen we bij het au-verhaal.
De paus valt flauw
want er is saus op de auto.
En de pauw is blauw.
Hij zegt: "Kom gauw, ik zit in het nauw!"
We schrijven de woorden uit het verhaal met een 'au' en alle andere met een 'ou'. (Dit verhaal zal elk jaar langer worden.)
We noemen deze 2 klanken de wuppertjes (ze eindigen echter met een 'u').
Rekenen:
Nadat we onze afrekening maakten van de winkel oefenden we nog eens in stille werktijd. Ook het uur hebben we eens herhaald.
Wij vonden dat erg leuk. Dus deden we dat ook tijdens onze stille werktijd.
We maakten elk een cijferverhaal: daar vertelden we over aan de anderen. Nadien zochten de anderen ook nog eens verbanden tussen de verschillende cijfers.
Er kwamen erg verrassende resultaten uit de bus. We doen daar volgende week mee verder!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten