Nieuws uit het eerste

De meeste hebben veel geoefend voor lezen en ik merkte dan ook een sprongetje bij hen.
Want nu hebben we het echt gemerkt: oefening baart kunst! We zijn op de goede weg, maart we blijven oefenen op tempo.

Deze week herhaalden we de aai, oei en ooi. We hadden het er ook over dat de ui ook familie is. Deze klanken zijn echt sloebers of foppertjes: ik hoor een oo en een j maar ik schrijf een oo en een i.

Dit ook bij eeuw en ieuw. Ook daar zit een fopper: ik hoor een ee en een w maar er tussen schrijf ik een u.

We kunnen onze letter nu al oproepen voor vloeiend maar we missen nog wat tempo bij het oproepen van de letters. We merken dit vooral tijdens het schrijven van zinnen in een dictee. Dit is dus ons werkpuntje voor de komende weken: tempo krijgen (automatisering)  bij het oproepen van klanken.

Voor rekenen zitten we aan de 20. We proberen nu ook een TE + E som te maken. Hé?!
Wel: bv. 21 + 4 =.
We oefenen dit met + en -.
We mogen trots zijn op ons zelf, het lukt vrij aardig.
We deden ook een herhalingtestje en ook daar was ik tevreden.
 Goed zo! Op naar de eindsprint!